Post Tagged ‘Samenleving’

Wie heeft het lef om politieke verandering te brengen? 

Geplaatst: 20 augustus 2022 in Niet gecategoriseerd
Tags:,

“Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan!” is een denkwijze die bij grote complexe projecten met regelmaat wordt uitgesproken. Je kunt alles tot in de puntjes voorbereiden. Er kunnen zich altijd omstandigheden voordoen die de praktische uitvoering in de weg staan. De grootste blunder is om dan stoïcijns door te blijven gaan. Een moment van bezinning is dan noodzakelijk.

Soms betekent het een eenvoudige bijstelling van de randvoorwaarden, mits deze de initiële doelstelling van het project niet veranderen. Wanneer echter blijkt dat het onmogelijk is om doelstelling, zonder bijstelling van hetgeen initieel bedacht is, te behalen, dan zijn er diverse opties die in overweging moeten worden genomen. De grootste fout die gemaakt wordt in projecten is om toch door te blijven gaan. Indien een project ingegeven is vanuit een politiek standpunt, dan is de stap “teruggaan naar de tekentafel” vaak onbespreekbaar. Althans zo denken velen werkzaam binnen een ambtelijke omgeving waar uitvoering gegeven wordt aan projecten vanuit de politieke agenda. Het “nee zeggen” tegen een bewindvoerder is heden ten dage nog steeds slecht bespreekbaar. Je brengt een bewindvoerder politiek niet in een lastig parket dus als “het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.”

Deze denkwijze is exact waarom er zoveel grote complexe projecten bij overheden fout lopen. Men durft niet naar de bewindvoerder terug te gaan om aan te geven dat de initiële doelstelling onhaalbaar blijkt te zijn. De dossiers met een dergelijk karakter vormen inmiddels een hoge stapel. Het politieke speelveld is zo complex geworden dat de gemiddelde burger er niets meer van begrijpt. Waarom doorgaan met iets wat onhaalbaar blijkt te zijn of wat zelfs in het ergste geval voor een totale ontwrichting zorgt? De politieke belangen wegen dan zwaarder dan onuitvoerbaarheid. Het enige middel wat dan nog rest is dwang vanuit de bewindvoerders om het toch voor elkaar te krijgen. De voorbeelden van dergelijke dossiers zijn er te over en hebben in het afgelopen decennia meerdere malen geleid tot val van een bewindvoerder of zelfs erger, de val van het kabinet. Het lijkt erop dat de politiek niet genegen is om hiervan te leren want telkens worden dezelfde fouten genaakt. Men lijkt er niet voor open te staan dat sommige geformuleerde politieke doelstellingen onhaalbaar blijken te zijn. 

Het doordrukken van de politieke agenda heeft al meerdere malen gezorgd voor problemen in de samenleving zoals de affaire met de toeslagen, het debacle rondom de gaswinning in Groningen, de ernstige tekorten op de arbeidsmarkt en de crisis met betrekking tot stikstof. De lijst is echter langer waar problemen in de uitvoering de oorzaak vormen van politieke turbulentie. In alle gevallen is er ongetwijfeld vanuit de ambtelijke omgeving nadrukkelijk aangegeven dat er serieuze problemen op komst waren met de uitvoering. En toch bleek het onbespreekbaar om terug te gaan naar de politieke tekentafel voor heroverwegingen. “Het regeerakkoord is regeerakkoord!” en die moet worden uitgevoerd anders pleeg je als bewindvoerder politieke zelfmoord of je brengt de gehele coalitie in gevaar. In een dergelijke situatie zijn we als Nederland nu in beland, waarbij duidelijk is dat meerdere punten uit het regeerakkoord onhaalbaar blijken te zijn. De agenda van het regeerakkoord blijkt niet realistisch uitvoerbaar en leiden rechtstreeks tot punten van zorg  m.b.t. stikstof, werkgelegenheid, wonen, migratie en koopkracht, maar zeker niet beperkt tot alleen deze onderwerpen.

De intenties bij het opstellen van de politieke agenda en de bereikte politieke consensus zullen oprecht goed bedoeld zijn geweest, maar de wereld om ons heen kent maar één constante en dat is verandering. Waarom dan stoïcijns vasthouden aan hetgeen is afgesproken? Waarom durven politici niet terug naar de tekentafel om realistisch te kijken naar de (onverwachte) veranderingen die zich aftekenen na het sluiten van het regeerakkoord. Tegen wil en dank doorgaan met gestelde politieke doelstellingen terwijl het land in een tsunami van problemen verkeerd kan nooit de bedoeling zijn. De onveiligheid neemt met de dag toe, de koopkracht zakt met dezelfde snelheid, tekorten aan woningen en arbeidskrachten stijgen met de dag en het vertrouwen in de politiek is gedaald tot een werkelijk minimum. Het gaat van kwaad tot erger. Wie durft daadkrachtig het politieke lef te tonen om voorafgaand aan de komende gemeenteraadsverkiezingen in 2023 op de rem te trappen? De crisissen moeten worden beslecht, dat gaat pijn doen binnen de verschillende politieke stromingen, maar het kan toch zo niet langer?

Nederland is niet langer het beste jongetje in de Europese klas… er worden dikke onvoldoendes gehaald, dus veranderingen in ingenomen standpunten zijn hoogst noodzakelijk om er weer bovenop te komen. Het vraagt om over de eigen ego’s heen te stappen, de politieke kleuring ondergeschikt te maken aan het landsbelang en te zorgen dat er weer vertrouwen komt in de volksvertegenwoordiging. Dit kan alleen als men bereid is om alle signalen uit de samenleving serieus te nemen. Alleen dan kunnen we als burgerij weer vertrouwen krijgen om in maart naar de stembus te gaan. Zo niet, dan voorspel ik dat er een totale politieke crisis gaat komen die zijn weerga niet kent. We zadelen daardoor onze volgende generaties op met problemen die nog decennia gaan duren om op te lossen. Als (groot)vader van vier kinderen en drie kleinkinderen maak ik mij oprecht zorgen waar de politiek nu mee bezig is. Als professional in het vakgebied van project-/programmamanagement kan ik in alle bescheidenheid aangeven dat initieel gestelde doelen onhaalbaar zijn geworden en crisismanagement noodzakelijk is geworden. 

Helaas “kan het niet zoals het moet”, maar staat men er ook niet voor open om “het te doen zoals als kan”. De enige oplossing is terug naar de politieke tekentafel om essentiële punten in het regeerakkoord te gaan heroverwegen. Welke politieke gevolgen dat met zich mee gaat brengen merken we gauw genoeg in maart 2023. Ik wens iedere betrokkene in de huidige politieke arena veel wijsheid, maar vooral ook veel kracht om actieve herinneringen te koesteren… de stemmers zullen dat zeker gaan doen als ze straks weer een stem mogen gaan uitbrengen!

Richard J. Raats

Bezorgde (groot)vader & stemmer!

De Nederlandse economie is door de wereldwijde crisis in de financiële sector voorgoed veranderd. Het aantal werkelozen is substantieel gestegen. Het Midden en Klein Bedrijf, als motor van de economie, koerst met ferme schreden op faillissement af. De kosten van de (rijks)overheid blijven een opwaarts spiraal weergeven. Het huidige onderwijs is niet ingericht om de gewenste arbeidskracht van de toekomst op te leveren. De ecologische cyclus van het verwerven van inkomen door het verrichten van arbeid of door het gereed stomen voor het verrichten van arbeid door het volgen van (beroeps)onderwijs is compleet verstoord. Een nieuwe revolutie staat voor de deur! Doe je mee of kijk je toe?

Desalniettemin blijft het kabinet bij de traditionele denkwijze van besparen door het standpunt dat belastingen en accijnzen moeten worden verhoogd, verschuiving van overheidstaken tussen rijks-, provinciale- en gemeentelijke overheden doorgang moet vinden en diverse activiteiten van maatschappelijke aard richting het bedrijfsleven (maatschappelijke participatie) en de burger (zelfredzaamheid) moeten worden verplaatst zonder rekening te houden met de financiële gevolgen voor deze partijen. In de kern is het een goede gedachte om te groeien naar een sterk participerende samenleving waarin mensen met en voor elkaar zorgen. Minder bemoeienis vanuit de overheid moet zorgen voor een intensievere samenwerking voor en door burgers.

De cruciale randvoorwaarden om een dergelijke maatschappij te verkrijgen zijn echter niet ingevuld of kunnen niet ingevuld worden mede door beperking in de (Europese) wetgeving en door afwezigheid van wederzijds begrip voor culturele verschillen.

Randvoorwaarde 1: Europese samenwerking tussen de lidstaten
In 1952 is Nederland als een van de lidstaten de samenwerking aangegaan met België, Duitsland, Frankrijk, Italië en Luxemburg voor de vorming van de Europese Unie. De lidstaten hebben verregaande bevoegdheden toebedeeld aan de EU met als doelstelling te komen tot een gemeenschappelijk beleid op het gebied van onder andere landbouw, visserij, een vrije binnenmarkt, handelspolitiek, ontwikkelingsbeleid, milieu en hulpverlening bij natuurrampen. En om met één verenigd Europa een sterke handelspartner te vormen in de wereldwijde economie.

De groei van de Europese Unie met landen uit het Oostblok, de uitbreiding van de Europese wetgeving en de daaraan gerelateerde verregaande bevoegdheden van de EU om invloed te hebben op individuele lidstaten, blijken echter op vele gebieden de sociale, financiële, maatschappelijke ontwikkelingen te beperken. Het principe van het stimuleren van het vrije handelsverkeer tussen de lidstaten, zogenaamde winkelnering (Europese Aanbestedingen moesten hier een basis voor gaan vormen) en intensieve samenwerking richting de wereldeconomie, is het laatste decennia niet goed van de grond gekomen.

De stimulans voor mondiale organisaties om bedrijfsactiviteiten massaal uit te besteden (outsourcing) naar lage lonen landen, welke niet rechtstreeks bijdragen aan de financiële groei en grondvesten van de EU, was groter dan te bouwen aan een intensieve samenwerking binnen de grenzen van de Europese Unie. Uitbesteding van bedrijfsactiviteiten is een uitermate goed middel om te komen tot significante verlaging van de kosten door het inzetten van gestandaardiseerde methodieken door bedrijven gespecialiseerd in slechts deze activiteiten. Echter het toestaan van uitbesteding van werkzaamheden naar lage lonen landen, zonder daarmee een sterke export te bewerkstelligen of substantiële (belasting)inkomsten voor de Europese Unie of het eigen land te verwerven, getuigt van kort termijn politiek.

Het gevolg begint zich nu sterk af te tekenen in Europa. Eenvoudige productie- en logistieke werkzaamheden worden buiten de Europese Unie verricht door landen als bijvoorbeeld India waar de groei van miljonairs niet te stuiten is. De werkeloosheid in de Europese Unie exorbitant stijgt en dientengevolge daarvan de lastendruk voor de lidstaten van de Europese Unie om iedereen te voorzien van een basisinkomen niet meer te dragen is. De oorzaak is dat er totaal niet gedacht is aan internationale vormen van reciprociteit! De export vanuit de Europese Unie richting de lage lonen landen waar het geld nu weelderig stroomt blijft sterk achter bij hetgeen er wordt uitbesteed!

Randvoorwaarde 2: Nederlandse samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven
In 1861 werd in Nederland de eerste ambachtsschool gesticht. Het was de instelling voor dagonderwijs waar men werd opgeleid voor ambacht en nijverheid. Het type onderwijs was vooral populair bij degene die na de lagere school geen mogelijkheid hadden om te studeren. De ambachtsschool verzorgde technische opleidingen voor jongens daar waar de huishoudschool gericht was op meisjes. De opleidingen werden zodanig gekozen dat deze aansloten bij de behoefte van de toekomstige arbeiders en werkgevers. Bij de invoering van de Mammoetwet in 1968 werd de naam gewijzigd in Lagere Technische School (LTS) en verdween de term ‘Ambachtsschool” in het geheel.

De veranderingen in het onderwijs om alles te bundelen heeft er in 1999 voor gezorgd dat dergelijk specifiek beroepsgericht onderwijs opgenomen werd binnen het voorgezet middelbaar beroeps onderwijs (vmbo). Hiermee kwam, in tegenstelling tot de verwachtingen, een einde gekomen aan de authentieke identiteit van ambachtelijk onderwijs in Nederland. Het was tevens het moment dat de verbinding tussen onderwijs en bedrijfsleven ogenschijnlijk verloren is gegaan. De focus werd vooral gericht op de groei van de kenniseconomie want de term “kennis is macht” vierde hoogtij. Het is een façade gebleken na de klap van de internethype in 2001. Een stevig staaltje kort termijn politiek wat nu al meer dan 10 jaar duurt. Hier moet nu verandering in komen!

Conclusie: Zijn wij het spoor echt bijster in Nederland?
Het beroepsonderwijs in Nederland is, vanwege deze cruciale bewegingen, sterk afgenomen. Ieder gezond nadenkend mens had op zijn vingers na kunnen tellen dat als je stopt met het opleiden van mensen voor ambachtelijke beroepen dat je op termijn afhankelijk wordt. Waar de doorgeslagen gedachte vandaan is gekomen dat de Nederlandse economie alleen kan draaien op “kennis” is niet terug te vinden, maar we kunnen concluderen dat er klaarblijkelijk niemand de helikopterview en visie heeft gehad om tot deze eenvoudige conclusie te komen.

De focus is teveel gericht geweest op het vergroten van de schaalgrootte van de Europese Unie om een serieuze speler te worden in de wereldeconomie. Willen we dit bereiken dan moet eerst het “huis” op orde komen. Soms moet je terug naar de basis om in de toekomst weer een stap vooruit te kunnen gaan maken. Voor Nederland betekent dat we onze mondiale gedachte moeten terugbrengen tot de vraag “Wat hebben wij in huis dat we kunnen benutten om een economische vooruitgang te verkrijgen?” of in eenvoudige termen: “Wat hebben we te koop en op welke wijze kunnen we dit verkopen?”. Om deze vragen te kunnen beantwoorden moeten we allereerst onze gedachtegang veranderen.

De populatie mensen die momenteel aan de zijlijn van het arbeidsproces staan vertegenwoordigen een grote capaciteit aan denk- en werkkracht. Niemand weet klaarblijkelijk deze mensen te motiveren of stimuleren om weer deelgenoot te worden van het arbeids- of onderwijsproces of de directe mogelijkheden lijken hiervoor te ontbreken. De negatieve wijze van denken over werkeloosheid en het sociaal stelsel, aangevuld met de wensen en eisen voor groei van nivellering zorgen dat we in de klem zitten in Nederland. In plaats van de handen ineen te slaan, de mouwen op te stropen en te kijken naar mogelijkheden in plaats van beperkingen, zorgen voor het continueren van deze beklemming.

De stevige besparingen ingezet door het kabinet gaat hier geen verandering in brengen. Het kabinet met als uitvoerende organisatie de (rijks)overheid lijkt geen visie te hebben over waar Nederland in de toekomst moet komen te staan. Politici beperken zich telkens op een maximaal ambtstermijn van vier jaar. Het meerpartijenstelsel in Nederland biedt niet (meer) een goede basis voor een stabiele koers van het land met een langtermijn strategie. De grote contrasten en diversiteit van politieke stromingen en het achterhaalde poldermodel mag heden ten dagen met recht ter discussie worden gesteld. Onze politieke leiders hebben het vertrouwen verloren van de gewone burger. Het sociale stelsel is uit balans. Het economisch model van “kennis is macht” heeft getoond niet te werken. We moeten veranderen dat is een feit. Het kabinet probeert in een sneltrein tempo activiteiten richting de gemeenten en de burger te duwen. “Los het nu zelf maar op!” is de indruk die gegeven wordt. Het wordt tijd dat iedere burger tot het inzicht komt dat we het zelf kunnen oplossen! Samenwerken aan een nieuwe toekomst doe je door samen te werken!

Kom tot ontdekking wat jouw eigen kwaliteiten, kenmerken en talenten liggen! Gebruik jouw motivatie om het zelfvertrouwen terug te krijgen dat het samenwerken met elkaar zorgt voor een energie in het kwadraat. “Twee weten meer dan één!”, maar 700.000 werkelozen weten samengevoegd exponentieel meer dan de hele (Europese) regering bij elkaar. Het zou een genoegen zijn om deze krachten gebundeld te krijgen om Nederland weer in een vooruitgaande beweging te krijgen waardoor het gat tussen burger, onderwijs en bedrijfsleven wordt gedicht. De overheid kan zich dan in de toekomst beperken tot het vertegenwoordigen van de burger… In bedrijfstermen vormen de burgers “slechts” de Raad van Commissarissen van Nederland die één keer per vier jaar haar stem mag laten klinken. Het kabinet vormt in dit model de directie en de overheid is niet meer dan de verzameling van stafafdelingen… En de burgers? Eenmaal de krachten van de burgers gebundeld vormen zij gezamenlijk het bedrijf dat we de BV Nederland kunnen noemen… Een BV waarbinnen het onderwijs en bedrijfsleven moet worden hervormd om weer te komen tot een gezond bedrijf met opleidingen, leer-werkstages en arbeidsplaatsen!

Wie durft de mouwen op te stropen? Meld je aan op