Post Tagged ‘gedrag’

Roze olifanten en paarse krokodillen, hoewel slechts symbolisch van aard, dienen als krachtige metaforen voor de negatieve aspecten binnen grote organisaties. Deze denkbeeldige wezens representeren problemen en uitdagingen die vaak over het hoofd worden gezien, maar desondanks aanzienlijke negatieve effecten kunnen hebben op de organisatiecultuur en prestaties. Laten we de specifieke problemen van roze olifanten en paarse krokodillen verkennen, evenals hoe ze op een positieve manier kunnen worden aangepakt. Laat je vooral activeren en inspireren door dit blog.

Het is al even geleden dat ik een blog heb geschreven. Soms ontbreekt het aan tijd of inspiratie, maar ook andere zaken kunnen de oorzaak zijn. Naast mijn werk ben ik enige tijd geleden begonnen aan het schrijven van een boek over leiderschap in complexe omgevingen. Het is een mooi streven om de door mij opgedane kennis en jarenlange ervaring in het bedrijfsleven en overheden met u te delen in gedrukte vorm. Het inzetten van moderne innovatieve technologie tot het optimaal motiveren van teams voor het leveren van prestaties maken onderdeel hiervan uit. Dit blog geeft een kleine preview over de paarse krokodillen en roze olifanten die we allemaal wel herkennen in het dagelijkse werk. Alle feedback is welkom. En uiteraard ben ik nieuwsgierig welke onderwerpen u bezig houden in de “dierentuin” van het leven. Er is nog ruimte om aanpassingen te doen die aansluiten op de hedendaagse praktijk. Daag mij vooral uit zou ik zeggen!

Roze olifanten symboliseren vaak de moeilijk te negeren problemen die binnen een organisatie bestaan maar systematisch worden genegeerd. Deze problemen variëren van onduidelijke communicatiekanalen tot ineffectief leiderschap en van gebrek aan diversiteit tot verouderde bedrijfsprocessen. Het negeren van deze ‘olifanten’ kan leiden tot een giftige bedrijfscultuur, verminderde werknemersbetrokkenheid en uiteindelijk tot een stagnatie van groei.

Een van de problemen die vaak wordt geassocieerd met roze olifanten is het gebrek aan open communicatie. Medewerkers voelen zich mogelijk niet vrij om problemen te uiten of suggesties te doen, uit angst voor represailles of het negeren van hun bijdragen. Dit gebrek aan betrokkenheid kan leiden tot een neerwaartse spiraal van desinteresse en verminderde productiviteit.

Aan de andere kant vertegenwoordigen paarse krokodillen de bureaucratische obstakels en inefficiënties die het vermogen van een organisatie om effectief te opereren belemmeren. Deze obstakels kunnen variëren van overdreven complexe procedures tot onnodige regelgeving en van rigide hiërarchieën tot een gebrek aan flexibiliteit. Paarse krokodillen kunnen resulteren in trage besluitvorming, gebrek aan innovatie en frustratie bij werknemers die vastlopen in een bureaucratisch doolhof.

Om deze negatieve effecten aan te pakken, is het van cruciaal belang om allereerst bewustzijn te creëren binnen de organisatie. Het erkennen van de aanwezigheid van roze olifanten en paarse krokodillen is de eerste stap naar positieve verandering. Organisatieleiders moeten openstaan voor feedback en bereid zijn om naar zorgen te luisteren, hoe ongemakkelijk ze ook kunnen zijn.

Een positieve benadering van het oplossen van de problemen van roze olifanten en paarse krokodillen omvat het bevorderen van een cultuur van open communicatie en betrokkenheid. Het instellen van regelmatige feedbacksessies, zowel van boven naar beneden als tussen collega’s, creëert een omgeving waarin werknemers zich vrij voelen om hun ideeën en zorgen te uiten. Het implementeren van een open-deurenbeleid kan ook bijdragen aan het verminderen van het gevoel van hiërarchie, waardoor medewerkers meer bereid zijn om problemen aan te kaarten.

Daarnaast is het cruciaal om de bureaucratie te verminderen en efficiëntie te bevorderen. Organisaties moeten hun processen evalueren en vereenvoudigen waar mogelijk. Dit kan onder meer het herzien van beleidsregels, stroomlijnen van besluitvormingsprocessen en het aanmoedigen van een flexibele werkomgeving omvatten. Door de nadruk te leggen op wendbaarheid en innovatie, kunnen organisaties de verstikkende greep van paarse krokodillen verminderen.

In essentie vereist het oplossen van de negatieve effecten van roze olifanten en paarse krokodillen een holistische aanpak, waarbij zowel de bedrijfscultuur als de operationele processen worden aangepakt. Door bewustwording, open communicatie en een focus op efficiëntie kunnen organisaties deze denkbeeldige wezens transformeren van bedreigingen naar kansen. Het doorbreken van de status quo en het omarmen van positieve verandering zal niet alleen de organisatiecultuur versterken, maar ook de veerkracht en het succes op lange termijn bevorderen.

(c) 2023 R.J. Raats

Amsterdam – De economie in de wereld is voorgoed veranderd! Ook in Nederland kunnen we er niet aan voorbijgaan dat de financiële situatie niet rooskleurig is. Het kabinet Rutte krijgt het niet voor elkaar om belangrijke zaken te veranderen, mede door gebrek aan vertrouwen en draagvlak. Grootschalige bezuinigingen worden doorgevoerd om het huishoudboekje van de staat op orde te brengen en om te kunnen voldoen aan de door Brussel gestelde hoge eisen. De cyclus van de conjunctuur staat te wankelen. Technologische ontwikkelingen, beschikbaarheid van informatie en snelheid van verspreiding van dezelfde informatie, maakt dat veranderingen in de samenleving elkaar steeds sneller opvolgen. De cruciale vraag is “Hoe kan de Nederlandse economie zich stabiliseren naar meer betrouwbaarheid?”.

Technisch Onderwijs

Het antwoord op de vraag is moeilijker dan de vraagstelling. Dagelijks breken vele economen zich over deze vraagstelling, zonder direct een antwoord of oplossing te hebben voor de problematiek. In het verleden zijn er echter keuzes gemaakt die niet zo maar terug te draaien zijn. De ambitie van Nederland is lang gericht geweest op de kenniseconomie en dienstverlening. Gevolg was dat ouders hun kinderen vooral motiveerden om door te gaan met leren, om daarmee een serieuze plaats op de arbeidsmarkt te kunnen verwerven. Hoe hoger de opleiding des te meer kans op een goede baan.

De Nederlandse regering heeft de laatste drie decennia hier volop op gestuurd. Bedrijven gingen hierdoor over tot “outsourcing” van relatief eenvoudig werk naar lage lonen landen. Nederland moest op de wereldwijde ladder van de kenniseconomie naar de top! Helaas is echter recentelijk duidelijk geworden dat wij zijn gezakt op de wereldwijde ranglijst. Kennis is niet langer “beschermd goed” en “het geheim van de smid” blijkt door de technologische ontwikkelingen en openbare beschikbaarheid en bundeling van “informatie” snel te worden achterhaald.

De gevolgen van “outsourcing” laten ferme sporen na. Kennis en kunde over productieprocessen is sterk afgenomen. De ambitie om met alleen dienstverlening geld te verdienen heeft ervoor gezorgd dat de Nederlandse productie industrie, t.o.v. 25 jaar geleden, substantieel is afgenomen. In tegenstelling tot Duitsland, waar onze premier Rutte zich graag mee vergelijkt, is in Nederland het balans tussen kennis- en industriële economie verdwenen. De Nederlandse bedrijven die wel doorgegaan zijn met productieactiviteiten in Nederland blijken nu wereldwijde contracten te verwerven en zijn daardoor minder afhankelijk van de conjunctuureffecten. Echter kampen zij allen wel met het probleem dat er geen goed opgeleide en vakkundige arbeidskrachten te krijgen zijn.

Het besluit om de voormalige lagere technische scholen (LTS) op te heffen blijkt een belangrijke angel te zijn. Op de LTS werden jongeren vooral gestimuleerd om installatiemonteur, metaalbewerker, timmerman of een ander technisch beroep te ambiëren. De laagdrempelige toegang tot arbeid was daarmee gewaarborgd. Tot dat “iemand” het lumineuze idee had ontwikkeld dat “kennis macht is”. Het resultaat is echter “more chiefs than indians”. We hebben “niets” meer om te leveren anders dan “kennis” wat tegenwoordig zeer vluchtig blijkt te zijn.

De oplossing ligt echter dichterbij dan we denken. Alleen zijn er serieuze ingrepen nodig op vele gebieden die moeten zorgen dat de economie in Nederland weer gezond wordt. Een belangrijk feit is dat arbeid in Nederland, gezien op micro-niveau, door allerlei facetten te duur is geworden. Wanneer we echter de moeite nemen om alle facetten op macro-niveau in kaart te brengen dan kunnen we wel eens tot de conclusie gaan komen dat slechts enkele cruciale veranderingen tot snelle oplossingen kunnen leiden. Sneller dan men momenteel doet vermoeden. Althans, dat is mijn bescheiden mening.

Voor de gewone burger draait het allemaal om koopkracht, oftewel “Wat kan ik allemaal doen met het door mij verworven inkomen binnen de voor mij beschikbare vrije tijd?” In beginsel maakt het dus niets uit wat het bruto inkomen is, zeker als het netto inkomen toereikend is om een normaal tevreden leven te kunnen leiden. Economisch deskundigen hebben in het verleden de term “modaal inkomen” geïntroduceerd. Hiermee is een lijn gezet wat de gemiddelde Jan Modaal bruto mag verdienen. Het zegt echter totaal niets over de koopkracht, want dat heeft betrekking op het netto besteedbaar inkomen. Alle bezuinigingen die nu worden doorgevoerd leiden rechtstreeks tot vermindering van de koopkracht van Jan Modaal. Mijn voorstel zou zijn om te beginnen met het vaststellen van een modaal inkomen gebaseerd op een netto besteedbaar inkomen.

Innovatie van de Nederlandse Economie

De personele kosten zijn normaliter de hoogste kostenpost op het balans van een bedrijf. De massale ontslagrondes hebben geleid tot een daling van de kostenposten aan de ene zijde, maar vervolgens op een later moment gezorgd voor een verhoging van de belastingdruk. Het sociale stelsel in Nederland voorziet mensen, die tijdelijk niet in de gelegenheid zijn om zelfstandig inkomen te verwerven, van een uitkering. De gelden hiervoor moeten weer door belastingbetalers worden opgehoest. Deze cyclus vormt de basis van de (Nederlandse) economie. Bezuinigingen doorvoeren, of betere gezegd, belastingverhogingen doorvoeren om de kosten te kunnen dekken, leiden direct tot versterking van het negatieve economisch spiraal.

Willen we de economie veranderen dan moeten we de cyclus aan gaan passen. De sleutel ligt bij de regering en de tevredenheid bij mensen over de koopkracht. Laten we eens een situatie schetsen die helpt om duidelijk te maken welke mogelijkheden er zijn. We gaan uit van een netto modaal inkomen van € 2.000,- per maand.

Iemand kost de werkgever dan (brutoloon) € 2.770 * 1,32 (werkgeverskosten) = € 3.656,- Wanneer deze persoon wordt ontslagen dan krijgt degene nog slechts 70% van het laatst verdiende loon, t.w. € 1.939,- Wat neer komt op een besteedbaar inkomen van ca. € 1.400,- per maand.

De totale kosten komen echter in de laatste situatie compleet voor rekening van de staat. De personeelskosten voor de werkgever komen te vervallen op de balans. In plaats van dat de arbeidskracht en werkgever bij dragen aan de (zorg)staat, kost het nu direct geld. Verschil van betaling van € 1.656,- naar uitgave van € 1.939,- maakt een achteruitgang van € 3.595,- voor de Nederlandse staat. De oplopende werkeloosheid, momenteel ruim 700.000 mensen, zorgt voor een bizarre stijging van de kosten. Uitgaande dat slechts de helft een uitkering ontvangt, ter indicatie en middeling van de verschillen tussen wel/geen uitkering en hoogte van de uitkering, dan gaat het om maandelijks meer dan € 1.200.000.000,- verschil aan overheidsuitgaven c.q. mislopen inkomsten.

Een ander punt is het rendement waar investeerders vanuit gaan bij investering in een bedrijf. Willen we de economie veranderen, dan is daar ook een (tijdelijke) verandering in verwachting noodzakelijk. Het continu grote sommen geld onttrekken aan bedrijven is kort termijn politiek en drijft het bedrijf in de hoek dat Research & Development niet meer mogelijk is en innovatie stil komt te staan. Het (her)investeren van rendement loont als de bedrijfsvoering gericht is op lang termijn rendement en bedrijfscontinuïteit. Het besef begint langzaam te groeien, echter heeft nog niet de omvang die wenselijk is. Bedrijven krijgen mede hierdoor geen kans om te groeien.

InnoComm's Ideeenbus

Een mogelijke oplossing is dat de overheid besluit om de salarissen de komende 5 jaar te bevriezen! Om daarna te sturen op het vergroten van de koopkracht. Dit kan door bedrijven die productie leveren te belonen met belastingverlaging (anti-cyclus investeren). Hierdoor kunnen producten goedkoper worden geleverd, dalen personeelskosten waardoor meer mensen een baan kunnen krijgen en neemt omzet ongetwijfeld toe. Voorwaarde is wel dat de extra vrijgekomen gelden worden aangewend voor ontwikkeling van innovatie en aannemen van mensen, in plaats van verhogen van het rendement voor de aandeelhouders. Het zorgt op termijn korter dan vijf jaar, voor serieuze terugkeer in de wereldeconomie bij toenemende export, maar ook door verhoging van verkoop op de Nederlandse markt. Een beetje chauvinisme, door het kopen van Nederlandse producten te promoten, kan geen kwaad. Duitsland heeft haar model hierop gebaseerd en kent al jaren de € 400,- baan om werkelozen terug te laten keren in de arbeidsomgeving. Daar zouden wij een voorbeeld aan kunnen nemen, omdat de economie van Duitsland stabiel is door balans tussen productie en kennis economie…

Het is zo maar een brainwave van een gewone burger…

Amsterdam – De kranten staan er al een tijd bol van! De Algemene Rekenkamer komt vandaag, we schijven 2 juli 2013, met een voor vele ouders met kinderen op en docenten in het speciaal basisonderwijs (SBO) niet verrassende publicatie “Kunnen basisscholen passend onderwijs aan?“. Een retorische vraag omdat er al meerdere malen duidelijk is vastgesteld dat de scholen in het reguliere basisonderwijs (BO) niet zijn ingericht om kinderen, die tijdelijk of langdurig, met een aandachtsgebied de extra steun en aandacht te bieden die noodzakelijk is.

 

Laten we vooropstellen dat een deel van deze kinderen best naar regulier basisonderwijs over zouden kunnen mits de school in het regulier basisonderwijs de juiste faciliteiten beschikbaar heeft en de docenten de kennis, kunde en ervaring hebben om kinderen met aandachtsgebieden te ondersteunen bij de maatschappelijke en sociale ontwikkeling. Er zijn zelfs meerdere belangrijke redenen te noemen om kinderen binnen het speciaal basisonderwijs de kans te geven om onderwijs te volgen binnen het reguliere basisonderwijs.

  • Kinderen behoeven vaak niet op alle vlakken extra ondersteuning;
  • Kinderen moeten “uitdaging op eigen niveau” en “voorbeeld gedrag” aangereikt krijgen;
  • Kinderen verdienen een oprechte kans om hun talenten in een “normale” omgeving tot ontplooiing te laten komen;
  • Kinderen hebben recht op identieke onderwijsmethodieken als in het reguliere basisonderwijs mogelijk is;
  • Kinderen “verliezen” de stempel “speciaal” bij de overgang naar het voorgezet onderwijs;

Het is slechts een greep uit de lange lijst met argumenten om kinderen “Samen naar school” te laten gaan. Echter zijn er ook legio argumenten te noemen die juist het tegendeel versterken. Ook hiervan noem ik u er enkelen.

  • Kinderen zijn niet of matig “mentaal gewapend” tegen pesten;
  • Kinderen vormen een eenvoudig doelwit om “buiten de groep” te worden gezet;
  • Kinderen gaan zich een “buitenbeentje” voelen als zij om extra steun moeten vragen;
  • Kinderen kunnen zich “niet gelijkwaardig meten” aan klasgenoten;
  • Kinderen vormen een “extra belasting” voor de “gewone docent” in het reguliere basisonderwijs;

Als vader van vier kinderen met allen een eigen levenspad ben ik altijd intensief betrokken geweest bij de scholen. De ervaringen met het basisonderwijs van de laatste jaren stemmen mij niet vrolijk! Of je kind nu tijdelijk extra aandacht nodig heeft vanwege een moeilijke periode of juist de beschikking heeft over extra capaciteiten, de scholen zijn niet ingericht op “teveel” afwijkingen. Door deze constatering uit ik ook mijn zorg. In mijn dagelijkse werkzaamheden heb veel te maken heb met jongeren waar het op het pad van basisonderwijs is fout gegaan. Of het nu komt door culturele verschillen, gedragsproblematiek of juist hooggekwalificeerde talenten, in alle gevallen is het ergens mis gegaan. Een school voor regulier basisonderwijs heeft helaas niet een spectrum wat breed genoeg is om iedereen een eerlijke kans te geven. Je mag het ook niet verwachten van docenten! We vragen eigenlijk aan de huisarts of hij ook het werk van de specialist wil overnemen, zonder dat we eerst zorgen voor adequate opleiding. Ergo, we moeten ook gewoon eerlijk zijn dat niet iedere docent de kwaliteiten of ambitie heeft om de “moeilijke” kinderen van basisonderwijs te voorzien.

Sketch: Wat nou Passend Onderwijs

 

Conclusie: De Algemene Rekenkamer bevestigt het signaal van ouders, docenten en scholen dat de ambitie van het programma “Samen naar school!” niet haalbaar is binnen een acceptabele periode. De regering neemt omwille van grote bezuinigingsplannen rigoureuze beslissingen welke op een later moment voor geheel andere problemen gaat zorgen. De generatie van “drop-outs” gaat toenemen. Het tweedimensionale onderwijs, zoals Jef Staes al jaren verkondigt, moet compleet worden herzien. De eerste scholen met de nieuwe onderwijsmethodiek “Aan de slag met jouw talent!” beginnen langzaam op te komen. Helaas is de “oude garde” nog steeds van mening dat integraal klassikaal onderwijs gaat om het vergelijkbaar maken van leerlingen. Terwijl iedere leerling duidelijk behoefte heeft aan educatie passende bij zijn/haar talenten, aanleg, capaciteit etc.

Advies: Mijn advies is om de structuren van onderwijs in Nederland te blijven baseren op de drie verschijningsvormen, te weten regulier, speciaal en bijzonder onderwijs. Het is in dit kader meer dan zinvol om ook tussen deze vormen van onderwijs bruggen te slaan. Hierdoor hebben de kinderen de kans om goed basisonderwijs te volgen op het niveau wat zij daadwerkelijk aankunnen. Om gericht te kunnen kijken naar de talenten van de kinderen, de thuissituatie en de maatschappelijke en sociale factoren, is het belangrijk dat we eerst gezamenlijk tot een duidelijke conclusie en visie moeten komen. Jongeren verdienen het dat, mits de juiste lesstof binnen een de bij hem of haar passende talenten wordt aangeboden, zij zich in het (speciaal) (basis)onderwijs in de kern mogen ontwikkelen tot volwaardige, in het leven staande jongeren.

Passend Onderwijs volgens getalenteerde kinderen

 

Gevolgen: Indien ht huidige kabinet onverwijld haar plannen toch laat doorgaan, dan moeten we beseffen als burgers, stemmers, (groot)ouders, docenten, scholen, begeleiders, jeugdzorg, hulpzorg instellingen etc. dat in de toekomst er nog meer jongeren bijkomen met persoonlijke problematieken. Tenslotte is al meerdere malen wetenschappelijk aangetoond dat primair basisonderwijs cruciaal is voor het verdere verloop van de opvoeding.

De wens spreek ik uit dat onze politici in Den Haag en ook in de lokale politiek voor eens en altijd tot het besef komen dat we niet één type jongeren hebben in Nederland! Dat het bieden van meer op talent gericht onderwijs verdeeld over de drie onderwijscategorieën geen sinecure is, maar op lang termijn heel veel vruchten gaat afwerpen (lees: minder uitval, beter ontwikkelde jongeren en lagere financiële gevolgen). Wie durft het lef te tonen om deze keer tijdens het debat over de regeerperiode heen (lees: zijn of haar figuurlijke “graf) te kijken?


Toelichting: De afkorting BO staat voor het reguliere basisonderwijs. Dit zijn scholen welke op gewone wijze basisonderwijs verzorgen voor kinderen die worden bestempeld als “gewone doorsnee leerlingen”. De tweede afkorting is SBO en staat voor speciaal basisonderwijs. Het betreft hier scholen die een grote diversiteit aan kinderen met een even zo grote diversiteit aan enkelvoudige of meervoudige aandachtsgebieden, achtergronden en gezinssituaties van regulier basisonderwijs proberen te voorzien. Deze kinderen hebben vanwege verschillende redenen een sterke behoefte aan intensievere begeleiding bij de maatschappelijke en sociale ontwikkeling tijdens de periode van het basisonderwijs. Van kinderen met “slechts” een traumatische ervaring in de privé-situatie tot kinderen met een duidelijke indicatie uit DSM-IV en alles wat daar tussenin zit, maken onderdeel uit van de huidige populatie in het speciaal basisonderwijs in Nederland.

Voorbehoud: In dit blog laat ik bewust het speciaal onderwijs (SO) buiten beschouwing. Enerzijds omdat het anders te verwarrend en te complex wordt om te lezen. De focus in dit blog is vooral gericht op de problematiek rondom het programma “Samen naar school!” en het grijze overgangsgebied tussen het speciaal (SBO) en regulier basisonderwijs (BO). Laat ik duidelijk zijn dat ook het speciaal onderwijs de nodige aandacht verdient! Mijn kennis en ervaring strekt zich echter niet uit over de totale breedte, maar is beperkt tot het (speciaal) basisonderwijs (BO & SBO). Hier moet ik mijn beperking dus ook kenbaar maken om juist mijn kennis en ervaring met (speciaal) basisonderwijs te kunnen benadrukken.

 

Referenties/Bronnen/Onderzoeken: Om u de mogelijkheid aan te reiken om zelf tot conclusies te komen, verstrek ik hieronder de hyperlinks naar verschillende bronnen, referenties en onderzoeken. Put uit de informatie datgene wat u sterkt om in uw eigen omgeving te bezien hoe u kunt ondersteunen op de school van uw kind. Samen met de inzet van ouders, docenten en directies moeten we komen tot passende oplossingen voor passend onderwijs voor de kinderen.

AMSTERDAM – Het is zondagochtend aan het einde van de dienst als de dominee een brede lach opzet, rond kijkt en de woorden spreekt: “Lieve mensen, uw heeft hedenochtend een preek van mij mogen ontvangen. De woorden zijn u met warmte geschonken. Deze ochtend wil ik sluiten met een goed en minder goed bericht. Het goede bericht is dat de kerk beschikt over een grote financiële armslag. Het minder goede bericht is dat het vast zit in uw zakken.” Het was een dringende boodschap, geuit door de predikant. De kerk zat eigenlijk in nood. Iedereen was daarvan op de hoogte. Op deze wijze wilde de predikant op duidelijke wijze laten weten dat financiële hulp van de gemeente meer dan nodig was.

Wat houdt ons heden ten dagen bezig?
Het is een parallel voor wat er hedendaags aan de hand is in ons land. De economie is sterk vertraagd en loopt de kans om stil te vallen. Als niet iedereen een steentje bijdraagt dan kan het flink mis gaan. Het consumentenvertrouwen staat wederom onder druk. Ergo, het is gezakt tot een dieptepunt als we de mediaberichten moeten geloven. Hoe krijgen we de economie weer in een opwaartse lijn? Moet de overheid hier het voortouw nemen? Moeten de banken de stop op de financieringen, al zeggen ze die niet te hebben, opheffen? Moet de consument haar uitgave patroon weer verruimen? Of moeten bedrijven meer innoveren en exporteren? De ene reactie lokt de andere uit. Waar ligt het begin om weer een bruisende economie te krijgen?

Lost de politiek alles voor ons op?
Deze vraagstellingen houden ook de kabinetsformatie flink in de greep. De verkiezingsuitslag was er duidelijk over. De burger hecht zowel waarde aan een gezonde economie als aan een goede sociale houding. Men wil veiligheid op straat, maar ook goede zorg. Onderwerpen die de gemiddelde burger belangrijk vindt. Een formatie van VVD en PvdA kan hier, mits zij nader tot elkaar willen komen, zeer succesvol worden met het nieuwe kabinet. Je kunt geen sociaal stelsel onderhouden, goede zorg leveren en de veiligheid vergroten als er geen gezonde economische werking is. Je hebt tenslotte euro’s nodig om de voorzieningen te financieren. Het heeft mij in de afgelopen weken regelmatig verbaast dat er wordt aangegeven vanuit de politiek dat de zorg duurder wordt. De pensioenleeftijd moet structureel omhoog om de lastendruk te kunnen dragen. En het sociale stelsel voor werkelozen kan niet langer worden gehandhaafd. De staatskas kent een terugkerend effect van negatief balans. Een minder mooie erfenis en toekomst voor onze jeugd ligt in het verschiet. We moeten nu in actie komen. Alleen waar moeten we beginnen, vragen velen zich af.

Besparen is blijkbaar niet de gouden sleutel!
Hedenochtend kreeg ik tijdens een conference call met een collega het idee voor dit blog. Wat namelijk opvalt is dat de huidige generatie bestuurders en politici sterk gericht zijn op besparen, besparen en besparen. Wekelijks vallen er flink wat ontslagen in het bedrijfsleven. De burger wordt meer en meer onzeker over de inkomsten. Het plafond van 450.000 geregistreerde werkelozen is al bereikt. Hierbij zijn nog niet de vele ‘verborgen werkelozen’ in de bestaande zelfstandigen populatie, de zogenaamde ZZP’ers meegeteld. De kosten die gemoeid zijn met het sociale stelsel zijn significant. De werkende populatie moet deze kosten wel ophoesten. Verminder je het aantal werknemers dan neemt de inkomstenbron voor de overheid ook af. Met als gevolg een lager inkomen, hoge ontevredenheid bij de mensen en een groot gebrek aan vertrouwen in de economie. Kortom de geldstromen nemen af of vallen zelfs stil (bouw). De verlaging van de overdrachtsbelasting heeft niet het stimulans kunnen geven aan de woningmarkt als verwacht.De opkomende verhoging van de BTW met 2% is inmiddels bestempeld als een opgelegde ‘ordinaire’ verhoging van de kostprijs, zonder dat deze kan worden doorberekend aan de eindgebruikers. De enige die hinder ondervindt van de wijziging van de BTW is de middenstander die al moet sappelen. De doorberekening richting de klanten (eindgebruikers van de dienst en/of product) gaat vanwege concurrentie positie bij 80% van de bedrijven niet lukken. Weer een deuk in het vertrouwen van werkend Nederland. Er moet toch ergens een manier te vinden zijn om het geheel ten positieve te kenteren.

Wat leidt nu tot al die onzekerheid?
Een eenvoudige vraag, doch het antwoord is complex. “Geef ons dagelijks brood” is een passage uit ‘Onze Vader’. Een eeuwenoud gebed waar uit blijkt dat onzekerheid al ook eeuwen speelt. Ontneem de burger zijn kans om inkomen te verwerven en het gevolg is dat zij op de spaarcentjes gaan letten. “De tering naar de nering zetten” betekent letterlijk besparen op wat mogelijk is. Een economische regel die overal op van toepassing is. Wil je het vertrouwen bij de burger terugbrengen dat moet er eerst worden gekeken hoe deze een inkomen kan blijven verwerken. Het zelfde geldt in grotere mate voor het bedrijfsleven. De economie is een vicieuze cirkel en te vergelijken met de ecologie. Door het wegnemen van één element, één schakel in het geheel, verbreekt de cirkel en houdt het zichzelf niet meer in stand. In de cirkel van de economische natuurwet zorgen besparingen niet voor ‘verse’ aangroei maar bewerkstelligen slechts een verkleining van de cirkel. Het gemis moet worden gecompenseerd. Soms lukt dit, behalve in de huidige situatie. De financiële impact van de bankencrisis, de continuïteit in uitstroom van financiën naar aandeelhouders, de extreme salarissen bij grote zorginstellingen en woningbouwmaatschappijen en last but not least het tot op het bot snijden bij bedrijven door massaontslagen zorgen niet voor innovatie, verhoging van verkoop en groei van het vertrouwen bij de burger. De onzekerheid neemt alleen maar toe.

Nieuwe ontwikkelingen vragen om een andere wijze van denken!
Laten we beginnen bij de bron van onze economie, het bedrijfsleven. Om weer tot verkoop te komen, moet je als bedrijf beschikken over goede verkopers. Mensen die enthousiast het verhaal over de bühne weten te brengen over de producten of diensten van het bedrijf. De negatieve effecten van reducties moeten zij koste wat het kost negeren bij de klantcontacten. Zij moeten het vertrouwen uitademen dat het bedrijf de producten en/of diensten kunnen leveren. Wanneer zij het vertrouwen missen dan stralen zij dit uit. Met als gevolg dalende verkoop, lagere omzet en nieuwe besparingen moeten de kosten verder drukken. Tot het moment dat er niets meer te besparen valt en het bedrijf op een faillissement afkoerst. De arbeidskosten maken een substantieel deel uit van de exploitatiekosten van een bedrijf. Weet je slimme oplossingen voor het ‘efficiënt’ en ‘goedkoop’ laten verrichten van arbeid te benutten, dan maak je als bedrijf een grote kans om te overleven in moeilijke tijden. De toverwoorden als ‘offshoring’, ‘nearshoring’ en ‘outsourcing’ hebben tot op heden niet overal geleid tot gewenste resultaten. Waar het voorheen voor niet-kernactiviteiten normaal was, is men de laatste jaren ook kernactiviteiten buiten het bedrijf gaan brengen. Het bestaansrecht van het bedrijf (“Wat is de maatschappelijke rechtvaardiging van het bestaan”) is hierdoor ernstig in het geding gekomen. De roep om weer een productieland te worden, klinkt al met grote regelmaat. Het zelfde geldt voor dienstverlenende bedrijven en overheden. Kennis inhuren zonder zelf over de noodzakelijk kennis te beschikken zorgt voor problemen. We moeten weer terug naar de vraag ‘Waartoe zijn wij als bedrijf op aarde?’.

Wil de echte ondernemer opstaan?
Het ondernemerschap begint altijd met de vraag: “Wat ga ik de wereld brengen met mijn onderneming?”. Een flinke dosis enthousiasme is dan nodig om, als die vraag eenmaal is beantwoord, invulling te geven aan het ondernemerschap. Of het nu gaat om het produceren van een innovatief product of cruciale dienstverlening, alvorens er geld gaat stromen, moet er verkocht worden. Daar komt het enthousiasme om de hoek kijken. Frank van Leer, Top Sales Trainer, verwoordde het in Business Class van 23 september erg duidelijk. Als je niet weet wat je verkoopt, als je niet weet wie je klant is, als je niet doorzet bij de eerste ‘Nee’, dan gaat het je niet lukken om succesvol te worden. Het enthousiasme moet je dus intrinsiek weten te stimuleren. Je moet telkens weer de energie weten op te wekken om nieuwe gesprekken aan te gaan alsof het weer het eerste gesprek is. Alleen dan gaat het lukken om nieuwe klanten te verwerven of nieuwe opdrachten bij bestaande klanten te verkopen. Of je het nu met een duur woord ‘Sales Manager’ noemt of in onze mooie taal ‘Verkoper’, het komt er op aan dat de klant jouw dienst of product wil kopen. De meer complexe verkooptechnieken als ‘activeren van latente behoefte’ komen in de vervolgstap. Daarvoor moet je het vak ‘verkoop’ verstaan. Concreet zorgt verkoop voor productie, zorgt voor werkgelegenheid en voor terugkeer van het vertrouwen. Nu maar hopen dat het ondernemersklimaat in Nederland gaat worden gestimuleerd door de overheid. Vele mensen zijn nog enthousiast genoeg… U ook?

Moraal van dit verhaal…
Het efficiënt inrichten van de bedrijfsvoering is een continu proces. Het leveren van de beste producten/diensten tegen de beste prijs is gezond ondernemerschap. Wanneer je echter alleen nog maar oog hebt voor het continu verbeteren van het interne proces dan verlies je de aandacht voor de klanten. Het enthousiasme over het product of dienst neemt dan af. Komt de klant in contact met een nieuwe enthousiaste verkoper van de concurrent dan verlies je de klant of krijg je geen nieuwe opdrachten meer. Het moraal… De economie kan weer op gang komen als we vol enthousiasme onze schouders eronder zetten en nieuwe klanten, buiten de bestaande klantenkring, weten te werven… met een flinke dosis enthousiasme…

AMSTERDAM – De verkiezing komt gestaag dichterbij. Het strijden om de stemmen is al in volle gang. De politieke congressen om tot de definitieve lijsten en verkiezingsprogramma’s te komen lijken nu al op overwinningsfeestjes. De peilingen van Maurice de Hond laat duidelijke verschuivingen zien in het stemgedrag van mensen. Duidelijk is dat perceptie (red. de individuele, subjectieve ervaring van de werkelijk) bij de gemiddelde burger flink wordt gemanipuleerd door uitspraken van de verschillende politici. Komende zomer worden de herhalingen van televisieprogramma’s opgeschort om plaats te maken voor de politieke debatten die gehouden gaan worden in aanloop naar 12 september. In het blog van vandaag ga ik in op één belangrijke vraag die centraal staat voor de economische ontwikkeling van ons land. Hoeveel mensen kunnen we in Nederland (of eigenlijk in heel Europa) op welke wijze mobiliseren om arbeid te verrichten in de komende jaren?


Nederland is een welvarend land! De Nederlandse Grondwet, aangevuld met alle andere wetgeving, vormt de ruggengraat om onze samenleving ook leefbaar te houden. Het begint allemaal bij artikel 1 van de Nederlandse Grondwet: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Het artikel is de grondvest van het liberale gedachtegoed en de basis van onze verzorgingsstaat. Iedereen in Nederland heeft het recht om op basis van dit artikel bescherming te krijgen tegen ongelijke behandeling. Anderzijds heeft iedereen de plicht om actief bij te dragen aan voorkomen en bestrijden van ongelijke behandeling.
Het artikel wil niet zeggen dat ieder mens gelijk is of moet zijn! Het schrijft voor hoe mensen in dit land elkaar behoren te behandelen. Het gedrag van de mens is het uitgangspunt…

Stemmen verwerven is een kunst apart…
De partijprogramma’s van de politieke partijen staan weer bol van ambitieuze plannen op het gebied van uitbreiden van werkgelegenheid, verbeteren van het sociaal stelsel en stimuleren van economische ontwikkelingen. Waar de ene partij meent dat de ‘pot’ onuitputtelijk is, stelt de andere partij vast dat de ‘pot’ leeg is. Wat moet je als burger geloven? In de meeste gevallen hebben beide partijen gelijk! Het verschil zit ‘m in de tijdgeest van de te realiseren plannen. Het is met recht appels met peren vergelijken als je de partijprogramma’s leest en probeert te begrijpen. Je moet je daarnaast ook nog eens laten leiden door hetgeen de politici zeggen.
De factoren die meespelen om een mening en beeld, leidend tot een uit te brengen stem, te vormen gaan verder dan de partijprogramma’s en uitspraken van de toonaangevende dames en heren. Iedere politicus heeft zijn of haar “eigen” stemmers. De persoonlijke uitstraling, verbale talenten en aanwezige kennis en kunde van de politicus vullen de partijprogramma’s aan en moeten gezamenlijk leiden tot verwerven van méér stemmers. De motivatie om te kiezen voor een partij is vaak gebaseerd op een specifiek persoon. Al wordt de keuze ook nog eens sterk bepaald door afkomst, maatschappelijke status, financiële situatie en ervaringen in de huidige samenleving. Het uitoefenen van het recht van stemmen is duidelijk geen eenvoudige zaak.

Het vertrouwen van de stemmer…
De sociale en economische ontwikkelingen in Nederland stemt veel burgers ontevreden. De crisis in de bankenwereld heeft er zelfs voor gezorgd dat het consumentenvertrouwen zeer laag is. De economie komt piepend en krakend tot stilstand. Grote organisaties voeren harde reorganisaties door en ontslaan massaal mensen op de werkvloer. Consumenten worden hierdoor nog voorzichtiger en geven nog minder uit. Het neerwaartse spiraal draait… om te voorkomen dat het een draaikolk wordt, moeten wij in actie komen.
Het is een vicieuze cirkel welke onderbroken moet worden. We kunnen van de Nederlandse overheid verwachten dat het de problemen gaat oplossen, maar dat is een ijdele hoop! Onze democratie en partijenstelsel laat niet toe dat er verder wordt nagedacht dan één kabinetsperiode. In de verkiezingsstrijd wordt wel verwezen naar lang termijn, echter alles is gericht op kort termijn. Er moeten significante veranderingen worden doorgevoerd op de arbeidsmarkt. In de komende 25 jaar wijzigt de verhouding werkenden/niet-werkenden zeer substantieel. Van iedereen mag verwacht worden dat zij de plicht invullen om maatschappelijk te participeren…

Van hangmat naar vangnet…
De rapportages van het Centraal Bureau Statistieken (CBS) liegen er niet om. De hoeveelheid mensen die niet actief meer hoeven, willen, kunnen of mogen deelnemen aan het arbeidsproces stijgt noemenswaardig. Concreet betekent het dat er steeds minder mensen de last moeten dragen van het sociale stelsel waar de niet-werkenden op aangewezen zijn. De linkse partijen kiezen ervoor om de belastingdruk op de werkenden te verhogen, terwijl het (her)activeren van arbeidscapaciteit nagenoeg onbespreekbaar is. We mogen géén aanslag doen op ons sociaal stelsel, want iedereen moet de gelegenheid hebben om gebruik te maken van dit stelsel. Fraude is aan de orde van de dag en toch wil men het stelsel in de huidige vorm in stand houden. Het stelsel in Nederland is kostbaar en in de nabije toekomst onbetaalbaar! Het is een hangmat geworden gevuld met mensen die geen enkele prikkeling meer hebben om aan het werk te gaan. De uitkeringen zijn té hoog, de vrijheid té groot en de dwang om weer aan het werkt te gaan veel té laag. Voor de goede orde, hiermee worden niet de mensen bedoeld die het recht op pensioen meer dan hebben verdiend! Zij mogen gaan uitrusten en genieten van de oude dag… Voor alle andere groepen is het tijd om uit de hangmat te komen!

Laten we duidelijk zijn!
Het standpunt is wel duidelijk. De liberale gedachtegang is dat een ieder voor zijn of haar inkomen moet willen zorgen. Daar waar degene (tijdelijk) niet in de gelegenheid is om zelfstandig voor een inkomen te zorgen, moeten wij als samenleving een vangnet hebben. Het karakter moet tijdelijk van aard zijn en slechts voorzien in de basisbehoeften van de mens. De piramide van Maslow (bron: Wikipedia) beschrijft de behoefte van de mens. Iedereen kan in de situatie terecht komen dat de meest primaire levensbehoefte voorop staat. Je bent echter wel ook zelf altijd verplicht om te zien hoe je zo goed en snel mogelijk weer actief kan deelnemen aan het arbeidsproces. Ook als je door beperkingen niet voor 100% kan werken!
Het is nodig dat de mentaliteit in Nederland gaat veranderen. Hoe meer mensen deelnemen aan het arbeidsproces, hoe breder de lasten verdeeld kunnen worden. We draaien ‘het probleem eens om!’. Als we er vanuit gaan dat iedereen die nu inactief is in het arbeidsproces, morgen met 200% energie weer deel gaat nemen aan het arbeidsproces.
Hoeveel mensen zijn dan in meer of mindere mate toe te voegen aan de werkende populatie? Zou de belastingdruk dan nog noodzakelijkerwijs verhoogd moeten worden? Of in boekhoudtechnische zin gezien, we verplaatsen iemand van de kostenkant naar de opbrengstenkant. Het mes snijdt dan aan meerdere kanten, t.w. de uitkering hoeft niet meer te worden betaald, de levensvreugde van de persoon neemt toe door invulling van eigen levensbehoefte (verwerving eigen middelen), méér besteedbaar inkomen betekent ook méér uitgaven en daardoor economische stimulans en kansen voor bedrijven. Waarom wordt daar dan niet nog steviger op ingezet?

Flexibilisering arbeidsmarkt is noodzaak!
Het is niet zo dat er niets gebeurd. De stappen die nu worden genomen lijken op het eerste gezicht wel op ‘harde maatregelen’ maar blijken slechts een schim te zijn. De arbeidsmarkt moet serieus veranderen wil het weer kansen bieden aan mensen die nu niet actief zijn. De denkwijze over het (her)activeren van arbeidscapaciteit verschilt sterk tussen tussen de politieke partijen. De een wil de vaste baan vasthouden terwijl de andere naar een volledig vrij model wil.
De gulden middenweg (politieke correctheid) is om mensen te stimuleren anders te denken en de situatie in Nederland te scheppen dat arbeid in flexibele vorm kan worden uitgevoerd. Hiervoor moeten de komende jaren de nodige acties worden genomen door het nieuwe kabinet. De zelfstandige professional, inmiddels al meer dan 745.000 mensen in Nederland, moet de gelegenheid krijgen om enerzijds een eigen inkomen te verwerven en anderzijds beschermd worden tegen allerlei negatieve effecten van buitenaf. Wetgeving moet worden aangepast wil er gelijkheid voor een ieder ontstaan.
Bedrijven moeten op een andere wijze “het uit laten voeren van arbeid” invullen. Zet mensen in op activiteiten in plaats van een baan! Door niet meer generiek te denken, maar specifiek in te zetten, stimuleer je mensen om te groeien in de piramide van Maslow. Doen waar je goed in bent en laten wat je niet kunt.

Hoe? Ga je passie achterna… Laat je niet van jouw doelen afhouden…

Als Mozes/Mohammed* niet naar de berg komt, dan komt de berg wel naar Mozes/Mohammed*!“. Je bent verantwoordelijk voor jouw eigen toekomst. De kapitein van jouw eigen schip. De koers bepaal je zelf. De storm die je op iedere wereldzee tegenkomt moet je zelf trotseren. En als de nood het hoogst is, is de redding nabij…

Het blog is bedoeld om je aan het denken te zetten. Jouw kaders te verruimen, om verder te kijken dan je neus lang is. Maar ook vooral om je in de spiegel te laten kijken en jezelf de vraag te stellen:”Wat maakt mij nu gelukkig?” Wie houdt je tegen om de stappen te nemen die je gelukkig maken?

Wens je veel wijsheid bij het maken van jouw (levens/politieke) keuze! Het grondrecht dat iedere Nederlander heeft ongeacht godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht…

* De gezegde is in religieuze zin neutraal, kies wat voor jou van toepassing is…